Ik ben
Over de zeven ’ik ben’-woorden in het Johannes-evangelie
Friedrich Rittelmeyer
Adventum, 2016
”Friedrich Rittelmeyer heeft zich zijn hele leven beziggehouden met het Johannes-evangelie, het was een 'constante' in zijn leven. Hij is ook degene die er nadrukkelijk op wees dat de 'Ik ben'-woorden in dit evangelie een uit zeven delen bestaand stelsel vormen.
De door hem beschreven 'Ik ben'-woorden zijn: Ik ben het brood van het leven, Ik ben het licht van de wereld, Ik ben de deur, Ik ben de goede herder, Ik ben de opstanding en het leven, Ik ben de weg en de waarheid en het leven, Ik ben de ware wijnstok.
In dit zeer lezenswaardige boekje voert Rittelmeyer de lezer in beeldende bewoordingen op een inspirerende ontdekkingstocht naar het hogere 'Ik', het 'Ik' zoals we zijn bedoeld en waarvan Christus het voorbeeld is.”
Lyda Keizer in ABC Antroposofie
Lees hier de volledige bespreking over dit boek (eerder uitgegeven bij uitgeverij Kamerling):
Friedrich Rittelmeyer (1872 - 1938) was één van de oprichters van de Christengemeenschap, zoals al bij een vorige bespreking vermeld (over zijn boek Mijn ontmoeting met Rudolf Steiner). Ik verbaasde me er toen over dat van hem niet veel meer in het Nederlands is vertaald, want hij heeft bezielende, zeer indrukwekkende juweeltjes van spiritualiteit geschreven. Ik heb het gevoel dat hij sterk onderbelicht is gebleven bij de Nederlandse antroposofische uitgevers, zeker in vergelijking met sommige andere Duitse auteurs waarvan aan de lopende band vertalingen uitkomen.
Maar kortgeleden verscheen dan bij Uitgeverij Kamerling in Apeldoorn IK BEN. Over de zeven 'ik ben'-woorden in het Johannes-evangelie, met een nawoord van Craig Wiggins. Rittelmeyer heeft zich zijn hele leven beziggehouden met het Johannes-evangelie, het was een 'constante' in zijn leven. Hij is ook degene die er nadrukkelijk op wees dat de 'Ik ben'-woorden in dit evangelie een uit zeven delen bestaand stelsel vormden. De door hem beschreven 'Ik ben'-woorden zijn: Ik ben het brood van het leven, Ik ben het licht van de wereld, Ik ben de deur, Ik ben de goede herder, Ik ben de opstanding en het leven, Ik ben de weg en de waarheid en het leven, Ik ben de ware wijnstok. Rittelmeyer vond voorts een samenhang tussen de 'Ik ben'-woorden en de zeven sacramenten, maar het voert in het kader van deze boekbespreking te ver om daar op in te gaan.
In dit zeer lezenswaardige boekje voert Rittelmeyer de lezer in beeldende bewoordingen op een inspirerende ontdekkingstocht naar het hogere 'Ik', het 'Ik' zoals we zijn bedoeld en waarvan Christus het voorbeeld is. Rittelmeyer beschrijft die ontdekkingstocht in het eerste hoofdstuk, 'Het heilige ik', als volgt: ”Worden we door deze zeven woorden heengeleid, dan leren we ook in de wereld om ons en in ons, geleidelijk het grotere ik kennen, temidden waarvan we leven… De wereld wordt heilig doordat de mens overal het grotere ik om zich heen ziet, dat ook in hem zelf intocht heeft gehouden… De mens doorbreekt de schaal van het eng-persoonlijke ik en vindt de weg naar de andere mensen… Hij voelt dat een stuk van zijn ik buiten leeft in de 'broeders' en dat dit ik even goed bij hem hoort als zijn eigen ik.” Het is, naar mijn ervaring, het meest werkzaam als je met elk van deze woorden een tijdje leeft, ermee naar de wereld om je heen kijkt en ze probeert te passen in wat je daar ziet. Je komt op die manier tot opmerkelijke waarnemingen. Maar ik zou zeggen: ga ermee aan de gang!
Misschien is één van de redenen dat zo weinig van Rittelmeyer is vertaald wel dat zijn Duits nogal ouderwets is, wat natuurlijk niet hoeft te verbazen als je bedenkt in welke tijd het is geschreven. Het archaïsche kon in deze vertaling (van Willem In 't Veld, net als het boek Mijn ontmoeting met Rudolf Steiner) soms niet omzeild worden. Er wordt bijvoorbeeld bij het hoofdstuk over Ik ben de deur gesproken over ”weide vinden”. Dit is een letterlijke en ook kloppende vertaling van de uitdrukking ”Weide finden” die Rittelmeyer gebruikt. Ik begrijp het wel en ik zou zeker geen betere vertaling weten, maar zoiets blijft moeilijk en misschien zelfs storend. Ondanks die moeilijkheden bij de vertaling is de vertaler er toch weer in geslaagd een leesbaar geheel te maken.
Nog een reden voor het niet-vertalen van Rittelmeyers werk is misschien dat, zoals me ook elders is opgevallen, hij zich voor onze tijd soms verre van politiek correct uitdrukt. Een voorbeeld daarvan is in het laatstgenoemde hoofdstuk te vinden, waarin Gandhi wordt aangehaald. Het bewuste citaat luidt: ”Het is diefstal, zegt hij (= Gandhi, lkw), als je meer verbruikt dan je nodig hebt. Heeft hij niet gelijk? Dat hadden wij moeten zeggen, wij christenen voor wie Christus zelf de ware moraal heeft gegeven. En we hadden het niet door een hindoe moeten laten zeggen.” Zeker als je bedenkt dat Gandhi door zijn optreden, gedachten en in zijn wezen een prachtig voorbeeld is van een 'universeel mens', klinkt dit nogal denigrerend in onze 21e-eeuwse oren.
In het nawoord gaat Craig Wiggins trouwens ook even in op het feit dat aan de stijl soms is te merken dat het boekje in de jaren dertig van de 20e eeuw is geschreven. Wiggins vertelt bovendien van zijn eigen ervaringen in een werkgroep over de 'Ik ben'-woorden. Het nawoord stimuleert nog eens extra deze ontwikkelingsweg te gaan, juist in ons soms zo ingewikkeld lijkende dagelijks leven.
Prima dat deze vertaling er is en ik hoop van harte dat er meer Nederlandse vertalingen zullen komen van het werk van Rittelmeyer, zijn werk blijft, ondanks de eerder genoemde bezwaren, boeiend en bijzonder en verdient alle aandacht.
Lyda Keizer-Wingelaar in ABC Antroposofie nr. 8
Ik ben
Over de zeven ’ik ben’-woorden in het Johannes-evangelie
Friedrich Rittelmeyer · alles van deze auteur
€ 14.75
ISBN 9789492326065