menu
 winkelmandje 

De christelijke inwijding

en de mysteriën van de oudheid

Rudolf Steiner

Steiner wil niet in de voetsporen treden van de geschiedschrijving en al evenmin van de theologie van zijn tijd. Hij wil een nieuwe onderzoeksmethode introduceren (...) feitelijk onderzoek begint slechts daar, waar in de onderzoeker de zin voor het mystieke als ervaring tot leven is gewekt.
(uit het nawoord van Christine Gruwez)

Alle religies in de oudheid hadden een esoterische kern. In streng besloten gemeenschappen, zogenaamde mysteriescholen, werden uitverkoren leerlingen op het pad van de innerlijke transformatie gebracht. Eenmaal ingewijd werden zij de zieners, priesters en genezers van hun volk. Toen tweeduizend jaar geleden het christendom ontstond, was de mysterietraditie al in verval geraakt. Jezus bracht een ander soort leer, een die aan de verbinding met het goddelijke geen bijzondere ontwikkelingsvoorwaarden verbond: ieder mens kon tot God komen, als hij maar geloofde.

Is de kern van Jezus' leer werkelijk zo simpel?

Rudolf Steiner laat zien dat ook in de weg van Jezus het aspect van de inwijding te vinden is. De innerlijke transformatie die de mens met God verbindt, voltrekt zich echter niet meer in de beslotenheid van de mysterieschool, maar in het volle leven.

[Vrij Geestesleven, 2000]

[info van de uitgever]

De christelijke inwijding

en de mysteriën van de oudheid

Rudolf Steiner · alles van deze auteur 

€ 27.50

ISBN 9789060385357