De rover Hoepsika
Paul Biegel
De dag waarop zijn moeder sterft, wordt Hoepsika een rover. Hij koopt een paard en laarzen met zilveren sporen, en galoppeert luid zingend de landweg op, bang voor niks en niemand.
Hoepsika is geen gewone rover: hij berooft alleen koetsen met rijke mensen. Hij zegt ook nooit `je geld of je leven' want levens wil hij niet, en je zeggen tegen vreemde mensen vindt hij onbeleefd. En altijd als hij een koets beroofd heeft, krijgt hij spijt van zijn wandaden en huilt hij bij thuiskomst uit bij het portret van zijn moeder. Het roven kan hij niet laten.
Op een dag komt Hoepsika echter een rijke heer tegen, wiens dochter is ontvoerd door een behendige schurk. Hoepsika krijgt duizend florijnen als hij haar weet terug te stelen. Brandend van verlangen naar het mooie meisje springt hij op zijn paard, onwetend van het feit dat de schurk zich in de onneembare burcht IJzergreep verschanst...
[Lemniscaat, 2007]
Uit een bespreking in Kidsweek:
'Biegel laat zijn woorden stappen, draven of versnellen naar galop - wat er maar het beste bij de situatie past. Van Biegels tekst is, dertig jaar nadat eht geschreven werd, geen woord verouderd, en van Carl Hollanders illustraties is geen kleur verbleekt. Hoepsika blijft nog jarenlang een rover om van te houden.'
De rover Hoepsika
Paul Biegel · alles van deze auteur
€ 17.99
ISBN 9789025773823