menu
 winkelmandje 

Kijk op karma (antiquariaat)

Lotselementen in de levensloop

Paul Wormer e.a.

tweedehands boek

Het dat, het wat en het waarom

In juni 2002 verscheen bij uitgeverij Christofoor een uniek boek met een geschiedenis. Karma en reïncarnatie zijn oeroude thema's in de mensheidsgeschiedenis. Als met de opkomst van filosofie en wetenschap een van de fundamenten voor de Europese cultuur wordt gelegd, verdwijnt in de 5de eeuw voor Christus met de breuk tussen Aristoteles en Plato ook het thema karma en reïncarnatie van Europese bodem. In plaats van de oriëntatie op de pre-existentie, de voorgeboortelijke wereld, in het Morgenland, gaat met Aristoteles de blik in het Avondland gericht worden naar de aarde en naar het leven na de dood.

Na ruim twintig eeuwen begint in Midden-Europa een ochtendgloren dat de geboorte aankondigt van een nieuw mensbeeld dat de mens als uit de geest geboren beschouwt. In 1781 verscheen Lessing's Die Erziehung des Menschengeschlechts, waarin de gedachte van de reïncarnatie van de mens voor het eerst in Europa expliciet opdook. Met de komst van de antroposofie van Rudolf Steiner (1861-1925) komt in het begin van de twintigste eeuw het thema in het volle daglicht te staan.

Ate Koopmans (1931-2002) heeft zijn leven lang in binnen en buitenland aan dit 'kolossale' thema gewerkt, waarvan de laatste 25 jaar vooral als docent ten behoeve van beroepsopleidingen en scholing in de bedding van de Antroposofische Vereniging en haar werkgebieden. Hij ontwikkelde en beoefende een bijzondere werkwijze om dit veel omvattende thema op een hygiënische manier aan de orde te stellen. Zijn doel was het wekken van een besef van de werkelijkheid van karma en reïncarnatie door je kenvermogen ter hand te leren nemen. In plaats van (al of niet theoretische) verhandelingen koos hij als gemeenschappelijk uitgangspunt één van de deelnemers als waarnemingsmateriaal.

Als docent gaf hij gezichtspunten om op verschillende manieren te leren kijken én (methodisch) te kijken naar wát je kijkt als je naar iets kijkt. Van daaruit maakte hij allerlei excursies, per keer verschillend, afhankelijk van wat proefpersoon en deelnemers inbrachten en vroegen. Vaak werden daarbij toevallig of 'terloops' basale begrippen uit de antroposofie uit de intellectualiteit verlost en tot leven gebracht. Steeds weer een levend gebeuren, methodisch en didactisch meesterlijk van opzet. Dit appèl op de eigen waarneming had iets hygiënisch en voorkwam een intellectuele, speculatieve of theoretische omgang met antroposofische inhouden. De werkwijze lijkt op een kinder- of patiëntenbespreking op school of therapeuticum. Daar kwam de methode wel mede uit voort, maar was het nadrukkelijk niet. In de kinder- of patiëntenbespreking is de intentie primair het kind of de patiënt in beeld te krijgen om hem of haar beter te kunnen helpen.

In het werk van Ate Koopmans gaat het om besef te wekken voor het algemeen menselijke naar aanleiding en met behulp van een concrete biografie. Deze dient slechts als middel ten behoeve van de waarnemingscomponent van het onderzoek- en leerproces en is dus geen doel. Bovendien komt door het ter beschikking gestelde biografisch materiaal ook het gegeven van de grotere karmische kringen, waarbinnen het persoonlijk karma is ingebed, binnen de waarnemingshorizon van de deelnemers. Zo'n grotere kring is bijvoorbeeld dat je in deze tijd leeft (tijdskarma). Deze grotere kringen zijn symptoom of uitdrukking van (historisch) werkzame impulsen die ook in deze persoon werken en die in het onderzoek betrokken worden. Door deze andere intentie vraagt deze werkwijze om een bewust verzorgde, moreel verantwoorde aandacht voor wat men aan het doen is om aldus ontsporing en verkeerde verwachtingen te voorkomen.

In de laatste 25 jaar heeft Ate Koopmans door het enthousiasme van de deelnemers altijd met de vraag geworsteld: hoe kan ik dit werk aan andere leren en is deze werkwijze overdraagbaar? Hij zocht al die tijd ook naar vormen om het op te schrijven, maar was over de diverse pogingen tot dusverre steeds gereserveerd aarzelend en niet echt tevreden. Vanaf eind jaren tachtig gaf hij op verzoek van meerjarencursussen.

Het boek Kijk op Karma is in die zin echo en neerslag van een vele jaren gepraktiseerde werkwijze van Ate Koopmans, die door Paul Wormer en Lili Chavannes op hun eigen manier is beschreven. Paul Wormer beschrijft in het eerste deel een groot aantal menskundige elementen die in de cursussen vaak aan de orde waren en onderbouwt deze met verwijzingen en citaten van Rudolf Steiner uit o.m. de Nederlandse vertaling van de Karmabanden. Een hele klus, die in dit boek natuurlijk niet volledig uitgewerkt kon worden. Zo wordt bijvoorbeeld de beeldnatuur-beschouwing uit de brieven van Rudolf Steiner in het eerste hoofdstuk van het boek helder en duidelijk herschreven. Het is de kern van waar het hier omgaat: leren kijken naar wat zintuiglijk gegeven is terwijl je je oriënteert en richt op het wezenlijke, het niet-zintuiglijke. Dit laatste is niet af te dwingen. Het vooronderstelt een houding van (ook intellectuele) bescheidenheid om met het licht van eigengemaakt inzichten uit de geesteswetenschap naar het vertrouwde, wat het eigenlijk niet is, te kijken waardoor het zich zelf gaat uitspreken.

Opvallend is dat voor bepaalde begrippen nieuwe woorden worden geïntroduceerd. Natuur-, affiniteiten- en gebeurtenissen-karma noemt Wormer biologisch, psychosociaal en biografisch lot, hetgeen mijns inziens meer verwarring dan verheldering schept. Zo ook hebben mijn mond en oren moeite met woorden als 'zielsjas' of 'zielslichaam' als 'astraallichaam' wordt bedoeld (een woord dat overigens op andere plekken in het boek gewoon gebruikt wordt), terwijl weer wél 'psyche' en niet 'ziel' wordt gebruikt, wat wezenlijk en relevant is in onderscheid tot geest, als het gaat over antroposofische menskunde.

Lili Chavannes doet vervolgens verslag van drie 'proefpersonen', een over het leven van Kepler en twee over twee deelnemers die in levende lijve als proefpersoon hebben gediend. Deze zijn vlot leesbaar, journalistiek en didactisch geschreven. Degene die ooit aan een van de cursussen van Ate Koopmans deelgenomen hebben, zullen veel kunnen herkennen.

Het boek leest prettig, is degelijk uitgegeven en geeft vele gezichtspunten voor het zoeken naar lotselementen in de menselijke levensloop. Het biedt ook veel om met het onderwerp aan de slag te gaan. Maar in het zicht op het nieuwe van de werkwijze van Koopmans, kun je toch naar de compositie van het boek een vraag stellen. Zou het niet méér in de geest van de geestelijke vader van de methode zijn geweest om de lezer eerst de biografieën te presenteren (als waarnemingsmateriaal), vervolgens de bespreking ervan, en daarna pas een bezinning op de gehanteerde kijkinstrumenten en hun nadere fundering? Op die wijze zou duidelijker worden dat de manier van omgang met een biografie wezenlijk gerelateerd is aan de biografie zelf en dat elke toename van weten, op welk gebied dan ook, het besef van niet-weten verscherpt en tevens aanzet is om te blijven 'kijken'. Het boek roept daartoe wel op, althans zo kan de titel van het boek óók gelezen worden.

Het thema karma en reïncarnatie verdween, zoals we zagen, bij de fundamentlegging van de Europese cultuur. In onze tijd is het thema weer op velerlei manieren in opkomst en dat in een tijd waarin de toekomst en de identiteit van Europa aan de orde is. Zou het thema niet met het wezen van de toekomst van Europa te maken hebben?

Jan Klaasen in ABC Antroposofie nr.5

Kijk op karma (antiquariaat)

Lotselementen in de levensloop

Paul Wormer e.a. · alles van deze auteur 

€ 9.00

ISBN 9789060382257